Overweging 2: Feitelijke onjuistheden

Leerstuk 2: Feiten. Feitelijke onjuistheden

Vraag: wat is de meest hardnekkige onjuistheid over uw organisatie?

In den beginne was er het Woord.* Vanaf toen werd het leven ongebreideld ingewikkeld. Het gesproken woord ruist op z’n best als een satijnen japon, maar vaker als een schoolplein vol kinderen: het gaat alle kanten op. Met het geschreven woord is het al net zo ruiselijk gesteld.

Misschien hebben social media het onderscheid wel opgeheven en is een tweet iets als opgeschreven mondelinge communicatie. We wisselen in elk geval de hele dag klanken en tekens uit en over elke betekenis valt te twisten. Een woord als ‘vluchteling’ in het najaar van 2015 vult een kippenhok vol betekenissen. Wanneer begrijpen we de woorden (1), zien we elkaars belang (2), hebben we begrip voor elkaar (3) en stemmen we ons gedrag daarop af (4). Is deze perfecte vierslag te beschouwen als ‘communicatie’ of kan communicatie ook mislukken en toch nog steeds communicatie zijn.

Veel organisaties kennen het woord ‘kerntaken’. Glashelder. Volgens de organisatie zelf. Als blijkt dat anderen daar iets heel anders onder verstaan, dan is de betekenis van die ander per definitie … onjuist. Maar meningen zijn geldig, met of zonder feiten en zelfs met feitelijke onjuistheden. Misschien niet zo bezopen als bijvoorbeeld iemand die ijzerenheinig beweert dat hij vindt dat de Eiffeltoren in Londen staat, maar hoe meer verstand je zelf ergens van hebt, hoe meer feitelijke onjuistheden je in het openbare domein aantreft. Omgekeerd, hoe minder kennis je zelf hebt over een bepaald onderwerp, hoe verstandiger het je voorkomt wat anderen erover zeggen. Tegelijkertijd zijn feiten nogal problematisch. De vraag is zelfs of er wel feiten zijn zonder dat zij betekenis en duiding toegekend hebben gekregen. Wat doen we eigenlijk met feiten in onze taal en doet dat er iets toe als we communiceren? “Als de gebruiksregels van een taal het resultaat zijn van overeenstemming tussen de leden van de taalgemeenschap, zonder externe, objectieve beperkingen voor dat gebruik in de vorm van ‘de feiten’ of  ‘de wereld’, volgt daar dan uit dat waarheid ook een product is van onze overeenstemming?”** Dat is wel een boeiende vraag: iedereen wil waarschijnlijk dat zijn of haar waarheid door anderen gedeeld wordt. Iedereen wil begrepen, aanvaard en gewaardeerd worden. Een organisatie ook, al was het maar als voorwaarde voor de succesvolle uitvoering van beleid. Bedenken, organiseren, besturen en uitvoeren gaat meestal beter als vertoond gedrag ook gepercipieerd en gewaardeerd wordt als goed gedrag, beide samen noemen we gemakshalve ‘reputatie’. In den beginne was er retorica, later PR. ‘Be good and tell it’ was zo gek nog niet.

Volgende keer: Een slechte reputatie trotseert de eeuwen

*Evangelie volgens Johannes

**Anthony C. Grayling, Wittgenstein, Rotterdam: Lemniscaat, 1996:116.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*