Overweging 10: Van feiten en betekenis

Leerstuk 6: Duiding. Feiten zijn bekend, de duiding verschilt.

Vraag: wat zien anderen als uw organisatie aan het werk is en hoe duiden ze dat?

Ook de Hollanders die er indertijd wel bij waren, daar bij die Slag bij Nieuwpoort, verschilden kennelijk van mening over de duiding van de feiten. Zij kenden Maurits, zoals wij wellicht de Commandant der Strijdkrachten kennen. Zij wisten wat er bedoeld werd met ‘kapersnesten’, misschien zoals wij ons de Afghaanse grotten van Osama bin Laden voorstellen zonder daar ooit geweest te zijn, of de wateren rond Oost- en Zuid-Somalië. De kapers in 1600 als een soort Tachtigjarige Oorlog-terroristen of Somalische gewelddadige piraten. Die Hollanders waren de feiten bekend, maar de duiding verschilde.

Lees verder

Was Maurits een strategisch veldheer, een held, die tijdig had ingezien dat hij zijn manschappen in veiligheid moest brengen, ja die volgens sommige chroniqueurs zelfs van meet af aan tegen deze kansloze exercitie was? Of een militaire prutser van het type liever lui dan moe[1], die zich binnen uren, ’s middags vechtend met de felle zomerzon pal in zijn gezicht, had laten verjagen? “Oldenbarnevelt wou de kapersnesten Nieuwpoort en Duinkerken veroveren en zo de kosten van scheepsbeveiliging drukken. Maurits had geen zin in die campagne, had geen zin om mensenlevens op het spel te zetten om de winstmarge van handelaars te verhogen, om een strook land te veroveren dat moeilijk verdedigbaar was. De slag verliep moeizaam en had in een nederlaag kunnen eindigen. De uiteindelijke overwinning leidde niet tot vreugde, want Maurits, die kon argumenteren dat hij de Republiek had gered, had Duinkerken niet veroverd en de kapers hun haven niet ontnomen.”[2]

Zelfs al zouden wij er dus fysiek bij geweest zijn, daar in Nieuwpoort, en De Slag uit eigen waarneming kunnen navertellen, dan nog was het belangrijkste niet zozeer het ‘feitenmateriaal’, maar de duiding van datgene dat verteld was waarneembaar te zijn geweest, zie Spiegel 8.

In een andere Overweging citeerden we Klaas de Vries over het (vermeende) neo-liberalisme van ‘paars’. Hij noemt expliciet uitkeringsinstantie UWV. Twaalf jaar later meldt dagblad Trouw over datzelfde UWV (en het inmiddels derde paarse kabinet, Rutte II, 2012-heden) het volgende: “Honderd extra mensen mocht het UWV in 2014 in dienst nemen om fraude met uitkeringen op te sporen. De voorwaarde van het kabinet was wel dat deze werknemers zichzelf terugverdienen. En nog beter was het als ze geld opleveren. Dat is gelukt, meldt het UWV: in de eerste vier maanden van 2014 waren er al ruim twee keer zoveel overtredingen geconstateerd als in de eerste vier maanden van 2013 en was het boetebedrag van 22,7 miljoen euro ruim zeven keer zo hoog.” Dit is wat anderen zien als ze het UWV aan het werk zien. Dit type ambtenaren wordt door sommigen geduid als zelfstandige ondernemers, uitgerust met het staatsmonopolie op financiële dwang (boetes opleggen en uitkeringen intrekken). Zo’n (al dan niet ‘paars’) kabinetsbesluit wordt daarom vaak als ‘neo-liberaal’ geduid. Niet geassocieerd met de rechtmatigheid eigen aan de overheid, maar met de doelmatigheid en het winstoogmerk van het bedrijfsleven.

Volgende keer: Feiten sterven een roemloze dood

[1] Rudi Rotthier, De naakte perenboom, Uitgeverij Atlas Contact, 2013, hoofdstuk 7: “Maurits verfijnde de strategie van afwachten tot hogere kunst. Hij moest aangepord worden alvorens hij tot actie kwam.”

[2] Ibid.

Klap in

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*